Een en al
Dit is een der vele staande tweelinguitdrukkingen in onze taal. In de meeste staan deze beide ‘zusterbegrippen’ slechts door ‘en’ verbonden naast elkaar, bij andere maakt de rij (wijd en zijd, hoog en droog e.d.) de verwantschap voor het oor duidelijk. De uitdrukking komt bijv. voor in: een en al oor zijn (bij iemand die aandachtig luistert), een en al modder zijn (bij iemand die in de sloot gelegen heeft bijv.), e.d