Een berooide beurs hebben
‘Berooid’, volgens sommigen verbastering van ‘beroofd’, vandaar het verband met ‘arm’. Anderen menen dat het een afleiding is van het ww. rooien, roeien. Men spreekt bijv. van een berooid hoofd en berooide zinnen, waarbij men niet aan ‘arm’, wel aan ‘verward’, ‘ontsteld’ denkt. Via oprooien en oproeien zou men dan beland zijn bij ‘opruien’: verwarring stichten. In dier voege zou ‘berooide beurs’ dus een onjuistheid zijn. De uitdrukking bedoelt: slecht bij kas zitten. Ook spreekt men van een ‘berooide schatkist’. Het woord ‘rooien’ vinden we nog in ‘aardappelen rooien’ en ‘bomen rooien’ welk woord zou zijn ontstaan uit ‘berodet’, van zijn plaats gebracht, en, bij uitbreiding, in verwarring gebracht