Dromen zijn bedrog

Dromen komen niet uit

Dromen zijn bedrog

Wat men droomt, komt in werkelijkheid niet uit

Dromen zijn bedrog

Wordt meestal gezegd tot iemand, die een onaangename droom gehad heeft. De zegswijze is reeds oud, want men treft ze o.m. aan bij Vondel in de Gysbrecht (III, 1)

Omen zijn dromen

Men moet nooit rekenen op de erfenis van een aangetrouwd familielid

van de bok dromen

na al die plagerijen zal ik hem van de bok laten dromen: ik zal hem een pak slaag, een uitbrander geven.

Van de bok dromen

Een tegenslag moeten incasseren

Van de bok dromen

Een bestraffing te wachten hebben. De herkomst is niet geheel duidelijk

Wolven dromen van bossen

Iedereen denkt graag aan de dingen die hij graag zou hebben

Wolven dromen van bossen

Men verloochent nooit zijn aangeboren eigenschappen

Wolven dromen van bossen

Oude gewoonten worden moeilijk afgeleerd; de natuur is sterker dan de leer

Ergens nog van dromen

Wordt gezegd wanneer men iets dikwijls ervaart of hoort zeggen, vnl. in de zin van: tot vervelens toe iets horen

Wie had dat kunnen dromen?

Wordt gezegd bij een plotselinge (veelal niet verwachte aangename) gebeurtenis

Een zot mens droomt zotte dromen

Iedereen denkt en doet volgens eigen aard en aanleg

Een zot mens droomt zotte dromen

Ieder handelt volgens zijn aard en aanleg

Hij zal van de bok dromen

Er staat hem een bestraffing te wachten

Van schol dromen en platvis vinden

Bijzonder teleurgesteld worden in zijn verwachtingen

Van zoetekoek dromen en koude vis

Lopen te mijmeren