De waarheid vindt zelden een herberg
‘Herberg' is samengesteld uit her: heir, leger, en berg: bergplaats. Het woord, waaruit ‘herberg’ is ontstaan, betekent: plaats waar een heir tijdelijk zijn tenten opsloeg. Later kreeg het de betekenis van: plaats of huis, waar vreemdelingen de nacht doorbrengen. De uitdrukking doelt op het feit dat de mensen in het algemeen zo moeilijk de waarheid kunnen horen, de waarheid niet gezegd willen zijn. Als iemand beweert een ander eens: flink de waarheid te hebben gezegd, dan kan men er vaak van op aan, dat het in een vechtpartij is ontaard. Sommigen willen hier in ‘de waarheid’ Christus zien, vnl. omdat deze van zich zelf gezegd heeft: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’. Vgl. Terentius (Andria (I, i, 41 (68)): ‘Obsequium amicos, veritas odium parit’, d.i.: inschikkelijkheid schenkt vrienden, waarheid maakt vijanden