Deze wordt gesproken door hen die met vrome, aan het Oude Testament ontleende termen en teksten hun gesprekken larderen. Vermoedelijk ontleend aan Jes. 19 : 18, waar sprake is van ‘vijf steden in Egypteland (het heidenland) spreken de taal van Kanaan’, d.i.: het Hebreeuws, en ‘zwerend de Heer der Heirscharen’, hetgeen dan wordt overgebracht op rechtzinnige stijl in een, volgens hen onchristelijk gezinde wereld, die alleen in naam christelijk is. Wijlen prof. K. Schilder heeft destijds een artikelenreeks over ‘De tale Kanaans’ in het blad De Reformatie geschreven