Deze uitdrukking slaat op Gen. 3 en komt o.m. voor in de brieven van Paulus, o.a. aan de Col. (3, 9): ‘Leg de oude mens (met zijn werken) af’. Op verschillende plaatsen (o.a. 1 Cor. 15, 21, 45, 46, Rom. 6, 6, Eph. 4, 22 e.a.) stelt Paulus de oude Adam als de aanleidende oorzaak van zonde en dood, in tegenstelling tot de nieuwe Adam, de geest der wedergeboorte en bewerker der wederopstanding. Vgl. ook Luthers catechismus, hfdst. 4, en Lehm, 340: ‘Velen zijn de mening toegedaan, dat men alleen in de hemel komen kan, wanneer men vermomd is in een lammerenhuid, omdat iemand die in zijn dagelijkse Adamshuid komt, in de buitenste duisternis wordt geworpen’. Men bedoelt met deze uitdrukking: de neiging tot zonde, tot boosheid afleggen