De herkomst van deze uitdrukking is niet met zekerheid aan te wijzen. Sommigen menen dat de ‘kluts’ een dot wol is op het spinnewiel. Wanneer deze eraf of op was, was de spinster zonder werk en dus de kluts kwijt. Anderzijds meent men dat het woord verband houdt met het ‘klutsen’ van eieren. Dit klutsen vergt een regelmatige slag; wie deze slag (kluts) kwijt is, heeft eerst na enkele vergeefse pogingen weder de goede slag te pakken. De uitdrukking zou van dezelfde vorm zijn als ‘de tel (van: tellen) kwijt zijn.’ ‘Kluts’ is echter ook een ander woord voor ‘zooi’. Volgens Onze Volkstaal (111,44) zou de uitdrukking weer afkomstig zijn van de handpapiermakerij en bezigde men haar, wanneer men de slag kwijtraakte om de papierstof gelijkmatig over de vorm te spreiden. De uitdrukking betekent: in de war zijn, veelal in de zin van: fysiek in de war. In zoverre zou het dan ook kunnen zijn dat de uitdrukking verband houdt met: het door elkaar geklutst zijn der hersens