Dat lap je hem
‘Dat lap je me niet voor de tweede keer’, zei de schavuit tegen de beul. ‘Lappen', een lap zetten in of op iets, iets herstellen, maken, in orde brengen, opknappen; daarna: iets behendig verrichten, iemand erin laten lopen, hem een poets bakken. Vgl. Anna Bijns, Nieuwe Refereinen (118)