Bene vixit, qui bene latuit

Goed geleefd heeft hij die onopvallend geleefd heeft

Vixit, dum vixit, bene

Zolang hij geleefd heeft, heeft hij goed geleefd

Non bene olet, qui bene semper olet

Niet goed ruikt, degene die altijd goed ruikt

Nemo bene imperat, nisi qui paruerit imperio

Niemand geeft goede bevelen, wanneer hij niet eerst zelf bevelen heeft opgevolgd

Qui bene imperat, paruerit aliquando necesse est

Wie goed heerst, moet eens gehoorzaamd hebben

Par bene comparatum

Een goed bij elkaar passend paar

Vivitur parvo bene

Hij leeft goed van weinig (middelen)

Quae res bene vortat!

Moge dat ten goede keren!

Si quid te vetat bene vivere, bene mori non vetat

Als er iets is dat je verbiedt goed te leven, verbiedt je dat nog niet goed te sterven

De mortuis nil nisi bene!

Over de doden niets dan goeds!

Bene ferre magnam disce fortunam!

Leer goed omgaan met groot geluk!

Patria est, ubicumque est bene

Het vaderland is daar waar het goed is

Quod di bene vortant! (QDBV)

Wat de góden ten goede mogen laten keren!

Bene cogitata, si excidunt, non occidunt

Een juiste gedachte kan verdwalen maar niet verdwijnen

Ergo vivamus, dum licet esse bene

Laat ons dus maar leven, zolang onze gezondheid het toestaat

Leve fit, quod bene fertur, onus

Een last die goed gedragen wordt, wordt licht

Rex magnus, quisquis se bene rexerit

Hij die goed heerst over zichzelf, is een goede koning

Bene facta in luce se conlocari volunt

Weldaden willen gezien worden

Cedamus: leve fit, quod bene fertur, onus

Laten we wel wezen: een last die men goed draagt wordt licht

Cum sale panis latrantem stomachum bene leniet

Brood met zout zal de knorrende maag wel rustig krijgen
toon meer resultaten