Aangeboden diensten zijn zelden aangenaam
Zelden wordt hulp, die ongevraagd wordt aangeboden, van harte aanvaard; soms wordt ze botweg geweigerd. Veelal ligt hieraan de gedachte ten grondslag, dat de aanbieding meer is gebaseerd op hulpvaardigheid, dan wel op kennis van zaken, waarbij men behulpzaam wil zijn. Vgl. Horatius, Epistolae (II, 1, 200): ‘Sedulitas autem, stulte quem diligit urguet, d.i.: de bereidwillige brengt degene in het nauw, die hij met zijn attenties achtervolgt. Vgl. ook Lat.: ‘Beneficium invito non datur’, d.i.: een weldaad kan geen onwillige bewezen worden