Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 02-05-2022

viento

betekenis & definitie

m. wind; ijdelheid; vientos alisios, pl. passaatwinden; contra viento y marea, door dik en dun, à tort et à travers; irse con viento fresco, boos heengaan; correr viento, waaien; echarse el viento, gaan liggen, kalmeren (wind); moverse a todos vientos, fam. met alle winden draaien.

< >