Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 02-05-2022

tratar

betekenis & definitie

hanteren, behandelen; verzorgen (te eten geven, kleden e.d.); tratar (de), aanspreken, betitelen (als); tratar (de), uitmaken, uitschelden (voor); tratar (con), omgaan (met); tratar (de, o sobre, o acerca de), handelen (over), behandelen; tratar (de), proberen, pogen, trachten; tratar (en), handel drijven, handelen (in); se trata de, het gaat om, er is sprake van.

< >