nemen, (aan)vatten, vastgrijpen; innemen, zich meester maken van (een stad e.d.); gebruiken, nuttigen; tomar (como), opvatten, beschouwen (als), houden, aanzien (voor); overnemen, navolgen, aannemen, krijgen; tomar frío, kou vatten; le toma el sueño, de slaap overmant hem; tomar por la derecha, rechts afslaan; tomarse, verroesten; ¡toma! interj. fam. daar heb je het nou! tomarse con uno, kwestie hebben met iemand; tomar sobre sí una cosa, voor iets instaan.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk