Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 02-05-2022

servir (i)

betekenis & definitie

dienen, in dienst zijn; servir (a), dienen (tot), dienstig zijn, gebruikt worden (voor); van nut-, van dienst zgn; dienen, onder de wapens zijn; tafeldienen; bedienen; van dienst zijn, helpen; servir se (de), zich bedienen (van), gebruiken; servir se, gelieven-, zo goed zijn om te.

< >