Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 02-05-2022

saber

betekenis & definitie

m. kennis, geleerdheid; v. te weten komen, weten, leren kennen, kennis maken met, kennen, vernemen; kunnen; saber (a), smaken (naar); de weg kennen, weten te gaan; a saber, te weten, d.w.z.; a saber! wie weet! wie zal zeggen!; saber cuántas son cinco, fam. zijn weetje weten; y qué se yo! en veel meer, enz.

< >