Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 02-05-2022

piedra

betekenis & definitie

f. steen; niersteen, graveel; molensteen; piedra de afilar, o piedra de amolar, slijpsteen; piedra de(l) escándalo, steen des aanstoots; piedra de toque, toetssteen; piedra fina, o piedra preciosa, edelsteen; piedra pómez, puimsteen; echar a, o en, la piedra, te vondeling leggen; no dejar piedra por mover, hemel en aarde bewegen om iets gedaan te krijgen.

< >