Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 18-05-2022

Mosca

betekenis & definitie

f. vlieg; fam. geld, duiten; fam. lastpost; moscas, pl. fam. vonken (van het vuur); mosca muerta, fam. binnenvetter, binnenvetje; aflojar, o soltar la mosca, fam. over de brug moeten komen, moeten dokken; papar moscas, fam. met open mond verrukt staan kijken.

< >