Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 18-05-2022

Modo

betekenis & definitie

m. vorm; gematigdheid; modos, pl. beleefdheid; manier, wijze; wijs (van een werkwoord); toonaard; al, o a modo de, zoals, op de wijze van; a mi, tu, su, nuestro, vuestro, modo, op mijn, jouw, zijn, haar, hun, onze, jullie manier; de modo que, zodat; de otro modo, anders; sobre modo, overdadig, overdreven.

< >