Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 18-05-2022

Doblar

betekenis & definitie

verdubbelen, tweemaal nemen; dubbel vouwen, dubbel leggen; omslaan (bladen); buigen, krommen; omvaren, omzeilen, doubleren (een kaap e.d.); doblar la esquina, de hoek omslaan; de doodsklok luiden; doblarse, zich buigen, zich krommen, bukken; bezwijken voor overreding of geweld.

< >