Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 18-05-2022

Cuarto

betekenis & definitie

adj, num. vierde (deel); m. vierde deel, kwart; woning; kamer, vertrek; kwartier, 15 minuten; wacht; fam. geld, fortuin; cuarto de luna, kwartier (van de maan); de tres al cuarto, van drie voor een dubbeltje, van zeer geringe waarde; en cuarto, in-quarto; estar sin un cuarto, o no tener un cuarto, fam. geen rode cent hebben.

< >