f. mond, bek; mond, ingang, uitgang (van een haven, rivier, straat e.d.); gat, opening; mond, spreekorgaan; no abrir, o no despegar, la boca, geen mond opendoen; boca de fuego, vuurmond; estar como boca de lobo, pikdonker zijn; a boca, mondeling; a boca de invierno, bij het begin van de winter; a boca de jarro, zonder maat drinkend; met de tromp op de borst; a boca de noche, bij het vallen van de avond; a boca llena, volmondig; o pedir de boca, o a qué quieres, boca, zoveel je maar wilt, naar hartelust; boca abajo, voorover op de grond uitgestrekt; boca a boca, mondeling; boca arriba, achterover op de grond uitgestrekt; boca con boca, van aangezicht tot aangezicht; de boca en boca, van mond tot mond; buscar a uno la boca, iemand uithoren; calentársele a uno la boca, over iets uitweiden; zich opwinden; cerrar la boca a uno, fam. iemand de mond snoeren; estar, o quedarse, con la boca abierta, fam. met de mond vol tanden staan; irsele la boca a uno, veel praten; no decir esta boca es mía, fam. geen mond opendoen; por boca de, bij monde van; quitárselo de la boca, fam. uit de mond sparen; tapar la boca a uno, fam. iemand de mond stoppen; traer en bocas a uno, vaak over iemand spreken.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk