Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Alma

betekenis & definitie

f. ziel; kern; no se ve un alma en la calle, men ziet geen sterveling op straat; alma de Caín, wreedaard; alma de cántaro, botterik; alma de Dios, goede, eenvoudige ziel; dar el alma (a Dios), de geest geven; me da, o dice, el alma que, mijn hart zegt mij, dat; volverle a uno el alma al cuerpo, iemand geruststellen, -moed inspreken.

< >