Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Aire

betekenis & definitie

m. lucht; wind; uiterlijk; bevalligheid; melodie; hablar al aire, schetteren; en el aire, in een oogwenk; ir, venir, llevar, por el aire, o por los aires, zeer snel gaan, komen, brengen; tomar el aire, een luchtje scheppen; al aire libre, onder de blote hemel.

< >