Een isofoon is een lijn getrokken tussen punten waar een gelijke luidheid heerst.
De sterkte van een geluid kan worden uitgedrukt in objectieve (fysische) grootheden zoals de geluiddruk en geluidintensiteit. Als zodanig zeggen deze grootheden weinig over de luidheidssensatie die een geluidsignaal veroorzaakt. Luidheid is een subjectieve ervaring. In het verleden is er onderzoek gedaan met als doel het begrip luidheid te kwantificeren. Hiertoe werd de luidheid die verschillende signalen bij de luisteraar veroorzaken onderling vergeleken.
Voor sinusvormige signalen (zuivere tonen) is op deze wijze voor normaal horende personen het verband tussen geluiddrukniveau, frequentie en luidheid vastgelegd in curven van gelijke luidheid, de zogenaamde isofonen.
Er zijn twee maten voor luidheid in gebruik te weten de foon en de soon die beide zijn gerelateerd aan een zuivere toon van 1000 Hz.
Zo is het luidheidsniveau van een toon in foon gelijk aan het geluiddrukniveau van een even luide toon van 1000 Hz. De luidheidsschaal in foon loopt dus globaal van 0 foon bij de gehoordrempel tot 120 foon bij de pijngrens. Toename van het luidheidsniveau met 10 foon wordt ervaren als een verdubbeling van de luidheid.
Een wat recentere maat voor de luidheid is de soon. Een toon met een luidheid van 1 soon klinkt even luid als een toon van 1000 Hz met een geluiddrukniveau van 40 dB. Indien een toon als tweemaal zo luid wordt beoordeeld als een toon met een luidheid van 1 soon heeft deze een luidheid van 2 soon. De luidheid uitgedrukt in soon verdubbelt voor iedere 10 dB toename van het geluiddrukniveau.