Salix helvetica: Een klein, zich breed vertakkend struikje dat zelden hoger wordt dan 75 cm. De dikke twijgen zijn in het voorjaar dicht witviltig behaard.
Later zijn ze glad en glimmen ze zelfs. Ook de opvallende knoppen zijn viltig behaard. De bladeren zijn omgekeerd eirond tot langwerpig en hebben een lengte van 3 tot 5 cm. De bovenzijde is donker grijsgroen en de onderzijde witviltig. Gedurende het seizoen wordt de beharing dunner. In maart-april vindt de bloei plaats.
De manlijke katjes zijn voor een kleine wilg opvallend groot en zeer dicht behaard. Ze zijn tot 5 cm lang.Een groot probleem is het optreden van roest in de loop van de zomer. In het voorjaar is het een mooie plant, maar aan het eind van de zomer ziet hij er meestal niet meer uit.