Acer negundo: Een struik of boom die zich laag vertakt en aanvankelijk een brede, koepelvormige kroon vormt. Later gaan de takken sierlijk overhangen.
De stam is zelden recht. De jonge twijgen zijn opvallend glanzend groen en onbehaard. Vaak zijn de takken enigszins berijpt. De bladeren zijn drie- tot zeventallig en 10 tot 15 cm lang. De blaadjes zijn ongeveer eirond en toegespitst. Er zijn manlijke en vrouwelijke bloemen die verschijnen voordat de bladeren helemaal zijn ontwikkeld.
Indien de bloemen manlijk zijn, bevinden ze zich in hangende trossen, als ze vrouwelijk zijn, staan ze in bundels. De kleur is geelachtig. De manlijke en de vrouwelijke bloemen bevinden zich steeds aan verschillende planten. We spreken dan van tweehuizig. De bloei is vrij opvallend, speciaal bij manlijke struiken. De vrouwelijke bloemen groeien na bestuiving en bevruchting uit tot vruchten met doorschijnende vleugels die sikkelvormig gebogen zijn en met elkaar een scherpe hoek vormen.De gewone soort wordt voor de meeste tuinen te groot, zowel wat hoogte als wat breedte betreft. De cultivar 'Auratum', die met name in het voorjaar 108 goudgele bladeren bezit, blijft veel lager (5 à 6 meter). De bekendste cultuurvorm is 'Variegatum'. Deze groeit als de soort, maar blijft lager (10-12 meter). Het blad heeft een roomwitte rand en witte vlekken en is bij het uitlopen iets roze getint, hetgeen de sierwaarde verhoogt. Dat geldt ook voor de vrouwelijke bloemen die crèmeachtig wit van kleur zijn.
De vruchten zijn steriel. Mooier nog is 'Flamingo'. De bladeren van deze cultivar zijn, vooral in het voorjaar, roze en wit gevlekt. Alle vormen met gekleurde bladeren zijn ongeschikt voor plaatsen op de volle wind en verdragen al helemaal geen zeewind. Het komt zeer regelmatig voor dat er groene takken ontstaan bij de bonte vormen. Deze moeten zorgvuldig worden weggesnoeid, anders wordt de struik op de lange duur helemaal groen.