Catalpa bignonioides: Een boom die een korte stevige stam bezit en een lage, breed koepelvormige kroon vormt. De stam vertakt vaak al laag in de kroon.
Meerstammigheid komt ook voor. De schors is grijsbruin van kleur en schilfert op latere leeftijd in dunne plaatjes af. De aanvankelijk behaarde twijgen zijn bruingrijs. De vrijwel ronde bladmerken zijn groot en de knoppen klein. De bladeren zijn groot (10 tot 20 cm) en eirond van vorm. De bladvoet is hartvormig.
De kleur is heldergroen. Bij kneuzing van de bladeren komt een eigenaardige geur vrij. De bladeren van Catalpa verschijnen heel laat in het voorjaar. De bloei is heel indrukwekkend: klokvormige bloemen in opstaande pluimen die wel een lengte kunnen bereiken van 15 tot 20 cm. Ze zijn wit met aan de binnenkant okergele strepen en purperen stippen. De bloei vindt plaats in juni-juli. In het najaar worden hangende vruchten ('peulen') gevormd die wel 35 cm lang kunnen zijn.Catalpa vraagt een beschutte, warme standplaats. De soort is beslist te groot voor de gemiddelde tuin in Nederland en België, maar met behulp van snoei is hij wel kleiner te houden. 'Aurea' is een kleinere vorm (6 tot 8 meter) waarvan de bladeren bij het uitlopen goudgeel en later geelgroen zijn. 'Nana' is een dicht vertakte, vrij ronde struik van ongeveer 3 meter. Deze wordt nogal eens op hoogstam geënt en dan ontstaat een boom met een dichte, ronde kroon (± 5 meter). De bladeren zijn kleiner en dat maakt hem iets minder windgevoelig. 'Nana' bloeit niet.
