ALLEEN CORRIGEREND HANDELEN
In het sortiment van planten zijn heel wat soorten die eigenlijk geen snoei behoeven. Deze planten groeien van nature op een zeer voorspelbare manier uit. Als de plant zorgvuldig voor zijn groeiplaats is uitgekozen, zou hij zonder in te grijpen moeten kunnen uitgroeien. In de praktijk gaat het echter vaak anders. Struiken of bomen worden op uiterlijk gekozen, maar worden net iets te breed of te hoog, of belemmeren voor een deel het uitzicht. Voor al die planten die in theorie niet behoeven te worden gesnoeid, is modelleren de oplossing.
Heel voorzichtig ingrijpen met de bedoeling te corrigeren in plaats van drastisch te snoeien. Bovendien is modelleren de oplossing voor struiken die op vaste momenten in het seizoen moeten worden gesnoeid, maar tussentijds enige correctie nodig hebben. Sommige planten groeien namelijk zo explosief, dat tussentijds ingrijpen noodzakelijk is om enige orde en structuur te bewaren. Modelleren is een onregelmatige snoeiwijze, dus zonder systeem, waarbij de grilligheid van de plant altijd intact blijft, maar de plant wel in toom wordt gehouden.
BLADVERLIEZENDE HEESTERS
Bladverliezende heesters worden vaak gemodelleerd om ze compact te houden. Om te voorkomen dat struiken te breed uitgroeien, worden er onregelmatig en verdeeld over de struik uiteinden van takken teruggeknipt. Bij kleinere struiken blijft dat terugknippen beperkt tot een lengte van 10 tot 15 centimeter. Bij grotere struiken kunnen uiteinden worden afgeknipt van 30 tot 50 centimeter. De lengte waarop wordt teruggesnoeid, behoeft niet overal gelijk te zijn. Het is veel mooier om daar een zekere onregelmatigheid in aan te brengen.
Kies verdeeld over de struik de takken uit die moeten worden geknipt. Zorg ervoor dat na het knippen geen grote gaten in de struik ontstaan. Veel bladverliezende struiken die deze snoei behoeven, hebben een sprekende groeivorm en het is noodzakelijk die niet teveel te verstoren.
HAGEN FATSOENEREN
Hagen worden zeker één keer, maar soms twee keer per jaar geknipt om ze een mooi strak aanzien te geven. Het aantal knipbeurten is afhankelijk van het soort haag. Ook buiten die haagsnoei om kan het noodzakelijk zijn de haag te fatsoeneren. Daarbij gaat het dan om enkele uitstekende scheuten die het strakke beeld van de haag verstoren. Vaak zijn dat toppen die bij de haagsnoei zijn vergeten of die te diep lagen om ze mee te knippen. Die uitstekende twijgen kunnen met een heggenschaar of met een snoeischaar worden teruggeknipt tot op de basisvorm van de haag.
BLADHOUDENDE OFWEL WINTERGROENE HEESTERS
Ook bladhoudende heesters worden gemodelleerd om ze compact te houden of om storende takken te verwijderen. De snoeiwijze is hetzelfde als bij bladverliezende heesters, maar met het verschil dat de bladeren niet mogen worden verknipt. Doorgeknipte bladeren geven namelijk een storende uitstraling aan de betreffende struik.
Snoei bij het modelleren de takken tot vlak boven onderliggende bladeren. In de oksels van die bladeren zullen zich dan weer nieuwe knoppen vormen waaruit jonge takken zullen groeien
KLIM- & LEIPLANTEN
Het merendeel van de klim- en leiplanten heeft een weelderige groeiwijze. De twijgen groeien los uit en het modelleren daarvan heeft vooral tot doel de plant enigszins in toom te houden. In tegenstelling tot heesters en hagen, is deze snoei bij klimplanten toch iets drastischer. Takken en twijgen die te groot uitgroeien, worden niet voor een deel, maar in hun geheel teruggeknipt tot op de hoofdtakken. Door ze zo kort terug te zetten, brengt u enige orde in de plant en krijgen de andere takken en twijgen meer ruimte. Die ruimte kan worden benut om de resterende twijgen goed vast te zetten, zodat de klimplant er gefatsoeneerd uitziet.