Een compacte, ongeveer ronde struik van maximaal 1 meter hoog. De twijgen zijn groen en voelen enigszins ruw aan.
De leerachtige bladeren zijn langwerpig en 6 tot 12 cm lang. Aan de bovenzijde zijn ze glanzend donkergroen, aan de onderkant meer geelgroen. De bladeren zijn vaak in een krans geplaatst, aan de toppen van de twijgen zijn ze wat opgehoopt. Deze Skimmia is tweehuizig. Dat betekent dat er struiken zijn met alleen manlijke en andere met alleen vrouwelijke bloemen. Die kleine bloemen zijn witachtig of geelgroen van kleur.
Ze zijn viertallig en in gedrongen pluimen verzameld. De manlijke bloeiwijzen zijn groter dan de vrouwelijke. De bloei vindt plaats in april-mei. Indien er aan de vrouwelijke planten vruchten ontstaan, zijn ze rond, helderrood en bijna 1 cm groot. Ze blijven tot in het volgend voorjaar aan de planten. De soort zelf wordt minder geteeld dan de verschillende cultivars.Skimmia wordt massaal in tuinen (ook in potten) toegepast. Met name de cultivar 'Rubella' is heel populair. Het is een manlijke selectie van de soort en kan dus geen vruchten vormen. De grote sierwaarde zit hem in de bloemtrossen. Deze worden al aan het eind van de zomer gevormd en blijven de hele winter aanwezig. De bruinrode bloemknoppen vallen heel erg op.
In april volgt dan de bloei. De bloemen zijn rozewit van kleur en worden zeer sterk door bijen en hommels bezocht. Kenmerkend voor 'Rubella' zijn ook de roodachtige bladstelen en nerven. 'Nymans' is een vrouwelijke cultivar, evenals 'Veitchii'. Beide dragen witte bloemen en vormen, na bestuiving, volop rode bessen.