Buxus sempervirens: Een tot maximaal 3 meter hoge struik of boom die een opgaande groeiwijze vertoont. De twijgen van deze uit het Middellandse-Zeegebied afkomstige plant zijn groen.
De bladeren zijn overstaand geplaatst en vooral aan de top van de twijgen opgehoopt. Ze zijn 1 tot 3 cm lang en breed-ovaal van vorm. De top is stomp of uitgerand. De bladrand is gaaf. De bloemen zijn klein en onopvallend, vooral ook omdat ze geelgroen van kleur zijn. De bloemen bevinden zich in okselstandige bundels langs twijgen die een jaar oud zijn. De vrucht is een driehokkige doosvrucht.Buxus wordt, hoewel dat heel goed mogelijk is, eigenlijk betrekkelijk weinig als losse struik in een gemengde heesterbeplanting gebruikt. Men moet er wel rekening mee houden dat Buxus slecht tegen concurrentie bestand is, zeker ten aanzien van de bovengrondse delen. Buxus wordt vooral gebruikt voor het maken van lage heggetjes en voor het vormen van geometrische en vrije figuren. Ze staan daarbij zowel in de volle grond als in potten. Er bestaat een groot aantal cultivars. De bekendste is zonder meer 'Suffruticosa', een zeer oud ras uit de tuinen van Versailles dat wel randpalm wordt genoemd.
Het is een dwergvorm die maximaal 50 cm hoog wordt en heel veel voor heggen wordt gebruikt. Het is echter de vraag of 'Suffruticosa' wel de meest geschikte Buxus is voor een heggetje, omdat hij van nature bolvormig en zeer langzaam groeit. De gewone soort is in de meeste gevallen beter te gebruiken. Dat geldt ook voor het vormen van figuren. 'Variegata' is de vorm waarbij de blaadjes onregelmatige witgele randjes dragen. Een aardig sierstruikje. 'Hollandia' lijkt veel op de soort en is heel geschikt voor de vorming van kegels.