Sorbus aucuparia: Een inheemse boom of struik waarvan de boomvorm hoogten bereikt van 10-12 meter. Hij is vaak meerstammig en uiterst variabel.
De takken groeien in de regel schuin omhoog, zodat er op den duur toch een min of meer ronde kroon ontstaat. De twijgen hangen in de zomer sterk over vanwege de vele 'bessen'. De twijgen zijn aanvankelijk wit behaard, maar in de zomer kaal en grijsbruin. De knoppen zijn grijs behaard en donker paarsbruin van kleur. De oneven geveerde bladeren zijn tot 20 cm lang, opgebouwd uit 9-17 langwerpige nevenblaadjes en aan boven- en onderkant respectievelijk donkergroen en grijsgroen. De bladranden zijn grof gezaagd.
De crèmewitte bloemen (mei-juni) staan bij elkaar in tot 15 cm brede tuilen. Ze geuren/stinken sterk. De vruchten hebben de grootte van een erwt en zijn helder oranjerood van kleur. Ze kleuren al in juli.De gewone wilde soort hoort thuis in landschappelijke beplantingen en in wilde tuinen. Hij wordt ook wel als vulhout en in struwelen geplant en blijft dan struikvormig. Er zijn enkele bekende cultivars, waarvan 'Fastigiata' zeker een aparte vermelding verdient. Dit is een kleine, zeer compacte boom die zuilvormig groeit en zeer donkergroene bladeren draagt. De takken en kortloten zijn opvallend dik. De vruchten zijn groot en bevinden zich in dichte tuilen. 'Fastigiata' is geschikt voor kleine tuinen.
De kroon van 'Sheerwater Seedling' heeft een slanke kegelvorm. Er worden veel oranjerode vruchten gevormd die een lekkernij voor vogels betekenen.