Gepubliceerd op 22-02-2023

Hollandse iep

betekenis & definitie

Ulmus x hollandica: De Hollandse iep is ontstaan uit een kruising tussen U. minoren U. glabra. Vroeger was het vooral de cultivar 'Belgica' die zeer algemeen werd aangeplant.

We vinden nog steeds oude exemplaren daarvan langs polderwegen en grachten. Vooral in Friesland veel toegepast. Het is een boom van 25-35 meter hoog, met een koepelvormige kroon. De stam is meestal op een bepaalde hoogte vertakt in een aantal zware hoofdtakken. De zijtakken gaan schuin omhoog, maar hangen ook weer sierlijk naar beneden. De twijgen zijn behaard.

De omgekeerd eironde, ruwe bladeren zijn 8 tot 12 cm lang en verschijnen vroeg in het jaar. Ze hebben een scheve bladvoet. De bloemen zijn onbeduidend. Ze bestaan uit een klokvormige kroon en 4, 5 of 6 meeldraden met rode helmknoppen. Ze staan in bundels bij elkaar en bloeien al in februari-maart, dus voordat de bladeren er zijn. Heel snel na de bloei is het zaad rijp. Dat zaad (een nootje) is gevleugeld en kan zich zo goed verspreiden.Iepen zijn meestal goed bestand tegen stedelijke milieus en ook tegen (zee)wind. Ook bestrating wordt goed verdragen. 'Commelin' en 'Vegeta' zijn beide gevoelig voor iepziekte en het is de vraag of aanplant wel verstandig is. De klonen U. 'Clusius', U. 'Lobel', U. 'Dodoens' en U. 'Plantijn' staan erom bekend dat ze minder gevoelig zijn voor deze ernstige aantasting, veroorzaakt door een schimmel die wordt verspreid door een kever. Ze mogen niet tot de soort U. x hollandica worden gerekend. Populair is 'Wredei', de goudiep, waarbij de tuinliefhebber zich nogal eens vergist in de uiteindelijke grootte. Aanvankelijk groeit hij smal opgaand, maar later wordt hij breder en bereikt hoogten van 10 tot 12 meter.

Het gele blad is onnatuurlijk van kleur. 'Dampieri' groeit aanvankelijk ook zuilvormig, maar zakt later uit en wordt 12 tot 15 meter hoog. De gekroesde bladeren liggen min of meer tegen de twijgen aangedrukt.

< >