Cornus mas: Een hoge struik of kleine boom die zelden meer dan 5 a 6 meter hoog wordt. Op den duur wordt een dichte, schermvormige kroon gevormd.
De groene twijgen zijn aan de top vierkant. Ze zijn vaak aanvankelijk behaard en later kaal. In het najaar vallen de ronde bloemknoppen aan de takken en twijgen al op. De eironde bladeren hebben een lengte van 5 tot 8 cm en zijn licht behaard. De top is toegespitst. De 3, 4 of 5 zijnerven zijn heel duidelijk zichtbaar.
De bovenzijde van het blad is donkergroen en glanzend, de onderzijde wat lichter. De goudgele bloemen verschijnen al in februari of maart. De hele boom of struik is dan in een soort gele waas gehuld. De bloemen zijn viertallig en staan in kleine schermen bij elkaar. Het omwindsel bestaat uit kleine gele schutbladen. De meeste bloemen zijn manlijk.
Soms worden er eetbare vruchten gevormd. Deze zijn rood van kleur en langwerpig van vorm. Ze zijn 1,5 à 2 cm groot en sappig, maar wrang van smaak.Er zijn enkele cultuurvormen met goud- of witbont blad, maar die zijn alleen maar opvallend en niet mooi. Het wordt niet vaak gedaan, maar de gele kornoelje is uitstekend geschikt om een haag van te maken. Zo'n haag wordt op den duur wel wat breed, maar is vooral in een landelijke omgeving de moeite waard. Ook te gebruiken in gemengde hagen.