Lycium barbarum: Een brede struik met rechtopgaande, later overhangende twijgen. De ontwikkeling is meestal heel krachtig.
De twijgen zijn grijs van kleur en voorzien van talloze doornen. De bladeren zijn lancet- tot ruitvormig, stomp en grijsgroen van kleur. De bloemen, die gedurende een zeer lange periode de planten sieren (mei-september), zijn dof violet van kleur en enigszins klokvormig. De meeldraden steken duidelijk uit de bloem naar buiten. De bessen zijn rood van kleur en zeer sappig. De zaden kleven vast aan haren van dieren en worden zo verspreid.
De boksdoorn is tijdens de periode dat hij de (giftige) langwerpige bessen draagt, opvallender dan tijdens de bloei. Aan het eind van het groeiseizoen komen ze overigens beide tegelijk aan de plant voor.De boksdoorn is het best op zijn plaats in de wilde tuin. De oude stengels verhouten en de jonge scheuten hangen dan soms sierlijk omlaag. De planten worden ook wel gebruikt als ondoordringbare losse haag. Naast Lycium barbarum, die ook bekend is onder de namen L. europaeum en L. hamilifolium, is er nog een Chinese soort (L chinense). Deze verschilt slechts in details van L barbarum. Er zijn in elk geval minder doornen (of helemaal geen doornen) aanwezig.
