Ceanothus x delilianus: Een opgaande struik, met bladeren die extreem lang aanblijven. In heel zachte winters lijkt het wel een groenblijvende soort (deze bestaan ook: o.a.
C. thyrsiflorus, maar die zijn onvoldoende winterhard om hier toe te passen). De bladeren zijn 4 tot 9 cm lang, eirond en kort toegespitst. De bovenzijde is groen, de onderzijde grijsgroen of groen. De bladrand is scherp gezaagd. De jonge twijgen zijn roodbruin en dicht behaard. In de winter vriezen ze bij strenge vorst diep in.
In de periode juli-september verschijnen kleine bloemen in grote eind- of zijstandige pluimen. Ze zijn vaak blauw van kleur, maar ook wel roze.Veruit de belangrijkste cultivar is 'Gloire de Versailles', die al in de negentiende eeuw is ontstaan. Het is een krachtige groeier die tot 1,5 meter hoog kan worden. De bloemen, die heel lang doorbloeien, zijn azuurblauw van kleur. 'Marie Simon' blijft lager en heeft roze bloemen in compacte pluimen. Andere mooie blauwe cultivars zijn nog 'Henry Defossé' (vrij laag) en Topaz' (groeiwijze breed-opgaand en bloemen zacht indigoblauw van kleur).
