Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

spleetoog

betekenis & definitie

(racistisch) Oosters type of iemand van het mongoloïde ras: Chinees, Japanner of Vietnamees. Onder scholieren in de jaren tachtig ook verbasterd tot spleetscheet.

In Het Parool van 16 november 1959 waarschuwt een anonieme recensent van kinderboeken nog voor een detective waarin de volgende schurken voorkomen: ‘twee Joden, twee Katjangs, een hele reeks Spleetogen, ook wel gele ratten genaamd’.Want neem zo’n spleetoog nou ’s, Mien/ Je kan toch zo in één klap zien/ dat al die viezerikken heulen met de Russen. (Robert Long, Mien, 1974)

Zijn die smerige spleetogen weg? (Hans Plomp, Kort geleden, 1979)

Maar ja, overal teveel negers en spleetogen natuurlijk. (Dimitri Frenkel Frank, De kleinste hond ter wereld, 1980)