Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

schepsel

betekenis & definitie

(vaak voorafgegaan door brutaal, ellendig, misselijk of stom) verachtelijk persoon. Meestal van toepassing op een vrouw.

Lina wist niet hoe deze zonderlinge, in de hoogste mate onrechtvaardige uitval te beantwoorden. Verbouwereerd keek zij Ant aan, en een schel, verbaasd: ‘Schepsel!’ was al, wat zij uitbracht. (Marcellus Emants, Juffrouw Lina, 1888)

Bah, wat een schepsel! Hij verachtte haar toch al te diep. (Marcellus Emants, Vijftig, 1899)