verachtelijk persoon; klootzak. Vgl. hoeren zoon, hondenzoon.
‘Paul,’ zegt Hildebrand, ‘ik moet even op de Amstel wezen. Ga mee, rattenzoon.’ (Paul A. Wilking, De roerige wereld van Pistolen Paul, 1968)
Gepubliceerd op 02-01-2020
betekenis & definitie
verachtelijk persoon; klootzak. Vgl. hoeren zoon, hondenzoon.
‘Paul,’ zegt Hildebrand, ‘ik moet even op de Amstel wezen. Ga mee, rattenzoon.’ (Paul A. Wilking, De roerige wereld van Pistolen Paul, 1968)
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: