Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

kwakneus, kwaksmoel

betekenis & definitie

(in Vlaanderen) dronkaard, zuiplap.

Eigenlijk: drinker van een kwak of kwakske: jenever of (in sommige streken) bier. Een kroeg werd dan ook een kwakhuis genoemd. In den tijd dat door de regeering nieuwe lasten op de jenever ingevoerd waren heerschte onder de gepatenteerde kwaksmoelen in de stameneekens aan de haven groote verontwaardiging. (Jan de Schuyter, Zatte Processie, 1943)