Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

klojang

betekenis & definitie

stommeling; sufferd. Wellicht een samenvoegsel van klootzak en pisang.

Een vormvariant van klojo.Klojang! Hij kon me wel in m’n neus bijten! (Peter Andriesse, De roep van de tokèh, 1972)

‘Zo’n klojang,’ zegt Kootje schouderophalend. (Ben Borgart, Blauwe nachten, 1978)

Peter wist heel goed dat hij een klojang was geweest in de klas. (Goede tijden slechte tijden, 1991)