Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

jid

betekenis & definitie

(Bargoens) Jood. Nevenvorm van Jude.

Jiddelen betekent ‘Joods doen’.’n Jid maakte zich niet de zappel... (De Groene Amsterdammer, 10/01/1904)

Een goy vecht en steelt, een Jid beledigt de overheid en heelt, dat was nu eenmaal zo. (Siegfried E. van Praag, La Judith.1930)

Ze hebben de pest aan de jidden en ze zullen ontmaskerd worden! (Leon de Winter, Een Abessijnse woestijnkat, 1991)