onoprecht, onbetrouwbaar persoon; iemand die vaak van standpunt verandert; iemand zonder beginselen; opportunist. Wouter Bos werd in de pers vaak verweten een draaikont te zijn.
Brandt Corstius (of Piet Grijs) noemde de hoofdredacteur van De Tijd, Arie Kuiper, in de jaren tachtig een Roomse draaikont. Draaikont komt niet voor in het WNT, wel het woord draaier (met dezelfde betekenis), waarvan het wellicht werd afgeleid.
In het Amerikaans-Engels noemt men een draaikont een flip-flopper. De democratische presidentskandidaat, John Kerry, werd in 2004 zo afgeschilderd door Republikeinse verkiezingsstrategen.Het wordt binnenkort misschien nog wel een voordeel dat je voor de Amerikanen hebt gewerkt. Een bedrijf weet dan tenminste dat je niet zo’n communistische draaikont bent. (Trouw, 16/05/1992)
