Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

big (1)

betekenis & definitie

(soldaten- en marinetaal) rekruut of milicien-korporaal (bij de artillerie). Soms verfraaid tot strontbig.

Een big is een nog niet volwassen varken, vandaar deze betekenis. Sedert ca. 1860.Telkens kletsten die biggen er een kameraad in en de sergeants waren ieder ogenblik het slachtoffer. (A.M. de Jong, Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928)

‘Wij zijn geen biggen, marinier,’ berispt hij hem. (K. Norel, Bij de marine, 1956)

Al gauw hoorde ik ook dat wij de ‘strontbiggen’ waren en het mikpunt van de oudere groepen. (A. van der Poest Clement, Wij vlogen als vogels, 1984)