Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

bed(den)pisser, bedplasser, bedzeiker

betekenis & definitie

onbelangrijk persoon. Vaak gebruikt m.b.t. kinderen.

Eigenlijk: kind dat in zijn bed watert. Vgl. het Franse scheldwoord pisseau-lit.‘Weg, beddepisser, vlooizak!’ Zoo snauwde men hem toe. (Reimond Stijns, Hard labeur, 1904)

Ik heb Wilders verteld dat hij maar beter afstand kan houden van de LPF’ers. Die gekke Herben, die nog steeds gelooft in de partij. Of zo’n bedplasser als Joost Eerdmans, die in een interview op badinerende toon Wilders gaat voorhouden wat hij moet doen. (HP/De Tijd, 04/02/2005)