Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

bataaf, batavier

betekenis & definitie

onbeschaafd persoon. De Bataven of Batavieren waren de Germaanse bewoners van Nederland in de Romeinse tijd.

In feite waren zij de stamvaders van de Nederlandse natie. Ze kwamen op houtvlotten de Rijn afvaren en hadden de reputatie erg krijgshaftig te zijn.

Sedert de achttiende eeuw wordt het woord ook gebruikt voor een Nederlander, vooral in de meervoudsvorm. Bilderdijk schreef ooit: ‘Bataven, kent uw spraak en heel haar overvloed!’ ‘Batavieren’ te zeggen was streng verboden. ‘Bataven, zeg ik! Batavi in het Latijn, praat jullie van Romanieren? Als je zoo’n man in de Kalverstraat hadt zien loopen en je hadt geroepen: hé Batavier, dan had-ie je niet gehoord en gedacht: Stik vent.

Maar als je geroepen hadt: ‘hé Batauwer’ dan had-ie zich omgedraaid, was na je toegekomen, had z’n petje afgenomen en gevraagd: Wat belieft-u, meneer?’ (Aegidius W. Timmerman, Tim’s herinneringen, 1938)‘Sinjaal geven sufferd!’ riep ik de gezonnebrilde kapitein na. ‘Batavier!’ is het antwoord. (Ben Borgart, De vuilnisroos, 1972)