Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

asbak

betekenis & definitie

onaangenaam persoon; lummel; eveneens een racistisch scheldwoord voor een Turk, vnl. onder scholieren. Vaak ook: asbakpisser.

Komt van de betekenis ‘vuilnisbak’, hier als metafoor gebruikt. De Turkse landgenoot wordt geassocieerd met alles wat vuil is.Een Surinaams gezin op Wittenburg, Amsterdam, roept hulp in bij de meldkamer van het Afra. Een buurjongen bedreigt hen regelmatig; dit keer met een broodmes en termen als: jullie dood, stelletje kankerzwarte asbakken. (Vrij Nederland, 30/06/1984)

Nou ’n asbak, ’n grotere gluiperd moet nog geboren worden. (Aktueel, 25/04/1991)

Die gore asbak ken nooit ze klauwe thuis houe. (Nieuwe Revu, 09/11/1994)

< >