Pastelkrijt wordt gemaakt van een krijtachtige grondstof, gemengd met water en een bindmiddel zoals gom of honingwater. Door aan deze witte pasta een fijngestampt pigment toe te voegen, ontstaan diverse kleuren.
Na het onttrekken van het water aan de pasta wordt deze in stiften geperst. Aanvankelijk werd pastel vooral gebruikt als teken- en schetsmateriaal. Vanaf de 18de eeuw groeide de waardering voor het medium. Een van de grote voorvechters was de Venetiaanse kunstenares Rosalba Carriera. Zij probeerde eind 18de eeuw met pastel het effect van olieverf te benaderen. Voor veel kunstenaars was het werken met pastel ideaal. Ze konden op elk moment tekenen en eindeloos verbeteringen aanbrengen. Het materiaal kon makkelijk worden meegenomen op reis.
