Waarheen gaat iemand die NAAR DE RATSMODEE GAAT? Naar de bliksem. De uitdrukking komt uit het Jiddisch en luidt in die taal: nooch derAschmedaj.
De naam Aschmedaj werd verlatijnst tot Asmodeus, en de r van der (derde naamval van het lidwoord die) werd in de loop van de tijd bij het erop volgende woord Asjmedaj getrokken. Asmodeus was in de joodse literatuur de opperduivel, die het huwelijksgeluk verstoort. Asjmedaj is ontleend aan de oudperzische naam Esjma-dewa (esjma = boosheid, dewa = duivel).Iemand die naar de ratsmodee gaat, gaat zoals gezegd naar de bliksem. Daarmee is de cirkel dan weer rond — want bliksem is zelf een oud woord voor ‘duivel’.
In landen waar de godsdienst een grote rol speelt, is het gebruikelijk om tegenstanders uit te schelden voor satan. Het begon ermee dat het staatshoofd van Iran, Khomeini, de Verenigde Staten voorzag van de koosnaam GROTE SATAN. Als KLEINE SATAN beschouwde Khomeini het buurland Irak. In 1993, enkele jaren nadat Khomeini de kreet Grote Satan had geïntroduceerd, bleek dat de Amerikaanse president Clinton de smaak van de uitdrukking aardig te pakken had gekregen. Het was in de dagen dat de Amerikaanse interventiemacht bezig was orde te scheppen in Somalië.
De Amerikanen hadden het radiostation van de militie van de krijgsheer Aidid uitgeschakeld, maar op 19 juli 1993 had Aidid alweer een nieuw station in de lucht. Clinton noemde het nieuwe station de Grote Satan.
Het islamitische fundamentalisme lijkt te grossieren in zulke scheldwoorden. Maar ons eigen christendom kan er ook wat van. Zo werd in de Staatkundig Gereformeerde Partij een partijlid met afwijkende opvattingen in 1993 voor satan uitgemaakt, en noemde president Reagan in 1983 de Sovjet-Unie het Rijk van het Kwaad.