Nachtvlinders of motten zijn een grote groep vlinders die overeenkomsten in gedrag vertonen, maar geen samenhangende soort vormen. De verzamelnaam voor nachtvlinders is Heterocera.
Alle vlinders behoren tot de nachtvlinders, behalve de Papilonoidea, beter bekend als dagvlinders.Een andere benaming voor de dagvlinders is Rhopalocera. Deze naam en de naam Heterocera verwijzen naar de antennen van de vlinders. De antennen van de Rhopaloera hebben een knop aan het eind, de antennen van de Heterocera hebben verschillende vormen. Het grootste verschil tussen dagvlinders en nachtvlinders zijn dan ook de antennen. Antennen van dagvlinders hebben een dik uiteinde, antennen van nachtvlinders hebben dit vaak niet.
Een ander verschil is dat dagvlinders hun vleugels in de zon opwarmen zodat deze warm genoeg zijn om te vliegen. Nachtvlinders warmen hun vleugels op door er mee te trillen.
Ook hebben nachtvlinders een andere manier om het andere geslacht aan te trekken. Vrouwelijke nachtvlinders maken gebruik van feromonen. Dit zijn bepaalde stofjes die boodschappen overbrengen. Deze signalen kunnen mannelijke vlinders op grote afstand lokken. Dagvlinders zoeken hun paringspartner op de grond en maken geen gebruik van deze signalen, maar juist van visuele impulsen.
Er wordt vaak gedacht dat alle nachtvlinders ’s nachts vliegen, maar dit is niet waar. Veel nachtvlinders vliegen overdag, zoals de Kolibrievlinder en de Sint-jansvlinder. De Atlasvlinder is de grootste nachtvlindersoort. Deze vlinder kan een vleugelspanwijdte krijgen van 25 tot 30 centimeter en behoort hierdoor tot de grootste vlinders van de wereld.
