Dyslexie is het moeite hebben met lezen en schrijven, maar het is meer dan alleen een taalkwestie. De dyslexie heeft ook invloed op de mondelinge communicatie en het organiseren van werk.
De intelligentie van een dyslecticus is vaak hoger dan het niveau van lezen en schrijven doet vermoeden. Er is sprake van een verstoring in de linker hersenhelft, waar zich het centrum van de taal bevindt. De rechter hersenhelft heeft zich al op jonge leeftijd extra ontwikkeld, onder meer door het denken in beelden, het denken door aaneenknoping van voorstellingen (associatief denken), het denken vanuit het geheel naar details (deductief denken) en een goed oriëntatiegevoel. Dit laatste werkt vaak anders bij dyslectici, en dit verschilt per persoon. Zowel een routekaart als een routebeschrijving kan voor verwarring zorgen, het helpt enigszins wanneer deze van tevoren bekeken wordt, zodat een beeld gevormd kan worden van de te rijden route.
Wanneer een route eenmaal gereden is kan men deze daarna feilloos terugrijden. De route vervolgens uitleggen aan iemand anders, is lastig omdat beeld weer omgezet moet worden in begrijpelijke taal.
Op werkgebied kan een dyslecticus vaak wat abrupt zijn in zijn communicatie doordat het opstapje naar het gesprek in zijn hoofd al is genomen, maar hij dit niet communiceert. Hij is al verder. Vaak heeft een dyslecticus een goed gevoel voor overzicht en structuur, maar doordat hij overweldigd wordt door veel informatie, beelden en associaties, blijft het ingewikkeld om stapsgewijs te werken.